Het was voor mij een onverwacht goede nacht in het oude station van Betws-y-Could. Ik houd niet van quirky, al is het appartement door een beroemde ontwerper gestileerd. Nee geef mij maar een luxe zakenhotel, met airco en vooral geen Perzische tapijten op de vloer. Maar eerlijk is eerlijk, de fan deed zijn werk goed en het bed lag heerlijk en zo heb ik bijna 9 uur achter elkaar geslapen. Voor mij een zeer quirky fenomeen, want meestal is 5 tot 6 uur wel de standaard.
In het onder gelegen koffiehuis nuttigen we ons ontbijt. Wij Nederlanders houden van verkleinwoordjes, ik heb dat bewust niet gedaan bij het woord ontbijt weggelaten. Want blijkbaar houden de Welshman, net als de Amerikanen, van grote porties. Maar we hebben het nodig, want vandaag gaan we Mount Snowdon beklimmen. Deze berg is het middelpunt van het Nationale Park Snowdonia. Het is daarnaast de hoogste berg van Wales, alhoewel de Welshman het Yr Wyddfa noemen, ook weer iets wat onmogelijk lijkt om uit te spreken.
Dus om negen uur verlaten we het dorpje, wat als gateway wordt gezien van het nationale park, en rijden we door prachtige groene dalen en switchbacks naar het beginpunt van ons avontuur. Wij gaan de elementen trotseren, mijn hemel wat regent het, en gaan naar de top van Mount Snowdon met een stoomtrein. Ik had hier graag heroïsche verhalen willen tikken, maar in de natuurelementen van deze reis laat het weer ons behoorlijk in de steek. Terwijl de steden dat juist niet doen. Het is niet anders.
Op zich lijkt de stoomtreinreis ook een behoorlijk avontuur, want de locomotief is net zo oud als het spoor naar boven en die loc is met z’n bijna 130 jaar over-bejaard. Wij waren bang dat dit ritje een grijs-op-reis uitje zou worden, maar we waren by far niet de jongste in de enkele wagon. Een wagon die door de stoomloc naar boven wordt geduwd en die niet gekoppeld is met de locomotief. Nee, hier helpt de zwaartekracht. De echte held van dit verhaal is natuurlijk de bijna 130 jaar oude locomotief.
En zo begint rit naar de top van de berg. En dat gaat natuurlijk niet snel, sterker, we doen er een uur over om de top te bereiken. De plaatjes zijn prachtig, maar zeer bewolkt en het ritmische geluid en trillingen van de trein, doen ons bijna in slaap vallen. Dan maar de schaapjes tellen, oh…. wacht….
Na dat uur bereiken we eindelijk bijna de top. De laatste 30 meter moeten we zelf klimmen en dat doen we bijna. Want we kunnen het niet over onze harten krijgen om de echte top te beklimmen, want daar staan de echte noeste werkers, die wel de benenwagen hebben genomen om deze top te slechten.
Na een half uur dalen we per trein weer af en nu worden we tegengehouden door de loc, zodat dit niet een runaway wagon wordt, die ons ter pletter laat slaan tegen een andere wagon op dit enkelspoor traject, met 3 tussenstops.
Helaas is de rest van de dag ook weinig heroïsch, want vandaag is wasdag. Terug in quirky Betws-y-Could doen we namelijk dat om ons zo te voorbereiden op de laatste week van de vakantie, waar we drie, hopelijk bijzondere, steden gaan bezoeken in het zuiden van Engeland.
Wat een bijzondere reis maken jullie er weer van! Weer 1-tje voor in de boeken . Geniet nog van de laatste week!